Tanja Nijmeijer - Facts

Het Vermoorde Kind


Tanja Nijmeijer zou een kind vermoord hebben. Dat bericht duikt al 10 jaar regelmatig overal op. Het AD heeft het bericht "Tanja Nijmeijer: Geen Seconde Spijt van Dood Kind" van redacteur Ali Haselhoef al sinds 4-5-2011 op haar website *(archived versie) staan. Als bron geeft de krant een AFP persbericht waarin staat dat ze dat in het nieuwe boek van Botero 'Life is not easy, dad' gezegd zou hebben. De redacteur heeft het AFP-bericht dat op 2-5-2011 verscheen en hier (archived versie) nog te vinden is niet gecheckt; wij wel.

Het betreffende AFP bericht meldde dat:

'Tanja Nijmeijer geen spijt betuigde toen ze de bomaanslag op 7 april 2003 beschreef die tot de dood van een kind leidde. Ze zei dat de bomaanslag werd uitgevoerd als vergelding tegen een handelaar in Bogota die weigerde "revolutionaire belasting" te betalen.' De Colombiaanse pers zou hier over gerapporteerd hebben.

Ook veel andere Nederlandse media waaronder het veelbezochte nu.nl (archived versie) hebben dat bericht naderhand overgenomen zonder te checken. Maar AFP heeft zelf een paar dagen later dat bericht gecorrigeerd omdat het niet waar was. Het Dagblad van het Noorden heeft als een van de weinige NL-media op 9-5-2011 die correctie (archived versie) wel gepubliceerd evenals het dagblad Trouw (archived versie) op 11-5-2011.

Al verder zoekende kwamen we op een ander boek uit, namelijk dat van Liduine Zumpolle (en co-auteur León Valencia) 'Tanja een Nederlandse bij de FARC', uitgegeven door Sijthoff in 2010. Daar is op pagina 182 sprake van een bomaanslag op 6 april 2003 waarbij een kind gedood is. Als je de alinea snel leest denk je dat Tanja Nijmeijer die aanslag gepleegd heeft, maar als je wat beter leest staat dat er niet:

'Zo werden vanaf december 2002 verschillende keren bussen in brand gestoken en busstations aangevallen. De bloedigste actie vond plaats op 6 April 2003, toen Daniel Beltrán stierf, een kind van tien jaar, en zestien anderen gewond raakten. Bij enkele van deze acties was de groep van Tanja betrokken en nam zijzelf op indirecte manier deel'

Maar als je de naam van het kind nazoekt, dan klopt de beschrijving van de aanslag, maar de datum klopt niet. De echte datum van die aanslag (archived versie), waarbij 21 gewonden vielen en 1 dode is 7 April 2006. Van die 21 gewonden is een dag later een tweede kind overleden (archived versie) aan zijn brandwonden: Bryan David Romero, 11 jaar oud. President Uribe heeft vrijwel direct een beloning (archived versie) van 100 miljoen peso (USD 42.700,- wat voor Colombianen toen een enorm bedrag was in die tijd) uitgeloofd voor inlichtingen die konden leiden naar de daders. Twee dagen later werden al twee van de vier verdachten met een leeftijd van begin twintig aangehouden (archived versie). Onder de slachtoffers waren zeven kinderen met zeer ernstige brandwonden. Zij dachten dat de door de daders achtergelaten brandbommen in de bus flessen cola waren en gingen er naar toe. Ze bevonden zich dus in de onmiddelijke nabijheid van die brandbommen toen ze afgingen. Tanja Nijmeijer beschreef in haar boek op pag. 144 e.v. dat zij bij de aanslag ter hoogte van Autopista Norte een identieke brandbom gebruikte. Een brandbom bevat naast een hoeveelheid zeer brandbare vloeistof ook een klein explosief dat tot doel heeft de brandstof te verspreiden in de lucht. De brandstof (benzine) zat in een colafles, de explosieve chemicaliën in een plastic zak dat met tape op de colafles geplakt zat en dat er uit zag als een portie patat frites. Door de explosie en verspreiding kan er heel veel brandstof tegelijkertijd ontbranden en ontstaat er een grote steekvlam en forse brand. Een brandbom is dus veel effectiever (en indrukwekkender) dan een molotov-cocktail die standaard het explosief niet heeft.

[...Het valt buiten de scope van deze website, maar het is wellicht toch interessant om hier te vermelden hoe Nijmeijer 18 jaar later in haar boek reflecteert op de Transmilenio aanslag bij Autopista Norte die ze pleegde. Geen woord van persoonlijk berouw of zelfs maar spijt is te bespeuren. Ze maakt geen onderscheid tussen burgerslachtoffers die soms onvermijdelijk in een conventionele oorlog vallen en burgerslachtoffers die in het kader van een binnenlands conflict vallen door terroristische aanslagen die doelbewust gericht zijn tegen de bevolking en die wereldwijd als oorlogsmisdaden worden gezien door landen die na de 2e wereldoorlog de Geneefse conventies en aanvullende protocollen hebben ondertekend en geratificeerd. Ze stelt alleen in haar boek (18 jaar later dus) dat de FARC in veel gevallen voorzichtiger had kunnen zijn. Ze schrijft ook dat, na een andere terreur-actie (het debacle met de niet-afgaande bom, zie verderop), ze zich toen voornam om tijdens volgende terreur-acties dubbel zo goed op te letten dat er niets fout zou gaan. Ze schrijft niets over een eigen verantwoordelijkheid die ze als uitvoerende had (moeten hebben) en dat ze gewoon had kunnen weigeren een risicovolle terroristische actie uit te voeren die erop was gericht burgerslachtoffers ruim in te calculeren zoals bij de Transmilenio-aanslagen. Ze vraagt zich ook niet af hoe het kon dat ze tijdens de door haar gepleegde terreur-acties als FARC-miliciana haar verstand op nul kon zetten en hoe het zover kon komen dat ze gewoon klakkeloos de terreur-acties uitvoerde die van haar gevraagd werden. Vermoedelijk (?) was ze er van overtuigd dat ze voor een goede zaak streed en dat het doel de middelen heiligt. En dat is waar het vrijwel altijd fout gaat in de geschiedenis. Als we toestaan dat het doel de middelen heiligt in onze (gewapende) strijd voor een "goede zaak", gaat de tegenpartij ons zien als de slechterikken en gaan zij ook hun middelen in de strijd 'heiligen'. Je zet dan dus een tweede stap op de escalatie-ladder van de gewapende strijd (de eerste stap is de conventionele oorlogsverklaring), die snel opgevolgd zal worden door meerdere nieuwe stappen van beide conflict-partijen...]

De bewuste aanslag waarbij een kind overleed vond dus drie jaar later dan 2003 plaats en toen zat Tanja Nijmeijer dus al drie jaar in de jungle, want haar gevonden dagboeken beginnen op 1 April 2003. Zumpolle heeft hier bewust ge-antedateerd om het verhaal wat mooier te maken. Zumpolle zette zich in Colombia in voor de rehabilitatie van ex-FARC-strijders. Omdat zich daar ook deserteurs onder bevonden die allerlei militaire gegevens vertelden aan de inlichtingendiensten, kreeg Zumpolle bedreigingen van de FARC. Zij had persoonsbescherming nodig. Zumpolle heeft ook een disclaimer voorin in haar boek gezet waarin ze schrijft:

'De auteurs geven in dit boek naast feiten in sommige passages een interpretatie van de werkelijkheid weer, die mogelijk niet op alle punten waarheidsgetrouw is'.

Het is dus aannemelijk dat AFP uit het verkeerde boek heeft geciteerd en bovendien het citaat niet helemaal goed heeft geïnterpreteerd of vertaald. Zumpolle wilde met haar boek vooral voorkomen dat andere jonge Nederlandse en Colombiaanse mensen zich zouden aanmelden voor de FARC. Ze is daarom wat creatief met de feiten omgegaan. Ze is naderhand verschillende malen als Colombia-deskundige te gast gevraagd in de talkshow Pauw & Witteman, waarin ze graag vertelde hoe vreselijk de FARC was en hoe vreselijk het leven in de FARC was.

In December 2011 is door de VPRO (IDTV) op de Nederlandse TV het 140 min. durende docudrama 'Eileen' uitgezonden dat trachtte het leven van Tanja Nijmeijer uit te beelden. Het boek van Zumpolle is voor een belangrijk deel als input gebruikt voor het scenario. We zien een scene waarbij Tanja Nijmeijer betrokken is en een aanslag op een politiebureau uitgevoerd wordt en waar een jongetje de dood vindt. We zien ook dat 'Eileen' het daar later moeilijk mee heeft, maar toch doorzet en lid blijft. Deze scene is dus gefabuleerd, maar omdat dit een docudrama productie is en niet aangegeven wordt voor de kijker wát documentaire is en wát drama, krijgt deze scene bij de gemiddelde kijker toch een zeker waarheidsgehalte.

Professor Beatrice de Graaf schreef het lezenswaardige en interessante boek 'Gevaarlijke Vrouwen', uitgegeven door Boom in 2012, met een hoofdstuk 'Tanja Nijmeijer'. Het archief en het boek van Zumpolle worden genoemd als bronnen. Op pagina 228 schrijft ze:

'Begin Maart 2003 plantte Tanja haar eerste bom, in een stadsbus. Bij een van de acties waar Tanja direct bij betrokken was, kwam een tienjarig jongetje om. Daniel Beltran. Daarmee had ze een grens overschreden, juridisch en psychologisch.'

Op pagina 243 schrijft professor de Graaf:

"In de Nederlandse publieke opinie was ook weinig sprake meer van jungleromantiek. 'Tanja Nijmeijer heeft geen spijt van doden kind', kopte het Dagblad van het Noorden.[56]. Ze was een echte terorriste geworden, dat was wel even iets anders dan een avontuurlijke rebel."

Ze refereert daarbij aan het hierboven al genoemde artikel van Friele in het Dagblad van het Noorden (archived versie) dat refereert aan het foutieve AFP-bericht, maar ze refereert niet aan de rectificatie van het DvhN (archived versie) van een paar dagen later!

Enige tijd na het verschijnen van haar boek werd het professor de Graaf duidelijk dat de kindermoord onterecht toegeschreven was aan Tanja Nijmeijer. Door middel van een inlegvel met erratum in het boek is gepoogd dit recht te zetten. De tekst van het erratum luidde:

"Op pagina 228 van dit boek staat fout vermeld dat Tanja Nijmeijer begin maart 2003 was betrokken bij een aanslag op een bus waarbij de tienjarige jongen Daniël Beltran om het leven kwam. Beltran kwam om bij een andere aanslag op een andere dag, waarbij Nijmeijer niet betrokken was. Wél kwamen er volgens verschillende media bij de busaanslag begin maart 2003 andere mensen om het leven. Journalisten van het Franse persbureau AFP in Colombia koppelden in een bericht op 1 Mei per abuis de aanslag op de bus aan Tanja, waardoor dat bericht de wereld in kwam."

Helaas staat er in het erratum nog steeds een ernstige fout. Het leest alsof Tanja Nijmeijer wél medeplichtig was aan een ándere aanslag op een bus begin maart 2003 waarbij óók mensen om het leven zouden zijn gekomen. Uiteraard hebben wij dit nagezocht. Wij vonden vrij eenvoudig bijv. deze berichten in Semana (archived versie) en El Tiempo (archived versie). Daaruit blijkt dat op Dinsdag 11 Maart 2003 zich 4 brandbom-aanslagen voordeden op 4 Transmilenio gelede bussen in Bogotá. Drie aanslagen mislukten, één aanslag op de Autopista Norte ter hoogte van Calle 116 resulteerde in een volledig afgebrande bus, maar zonder slachtoffers. De daders zijn snel gepakt en hebben bekend. Nijmeijer heeft in een telefonisch interview met Edwin Koopman (archived versie) in 2012 gezegd (dat ook in Trouw (archived versie) te lezen is), dat ze een aanslag op een Transmilenio bus heeft uitgevoerd waarbij geen doden of gewonden zijn gevallen. Ze heeft er toen niet bij gezegd wanneer en waar. Ze beschrijft in haar eigen boek dat verschenen is in november 2021 op pagina 145, dat zij betrokken was bij de aanslag op de Autopista Norte . Zij is echter niet opgepakt. Er waren geen slachtoffers bij die aanslag, maar dat was eigenlijk een groot geluk.

[...De stads-milicia van de FARC in Bogotá ('Red Urbana Antonio Nariño' - RUAN - archived versie) was opgebouwd uit cellen en was naar westerse maatstaven een pure terreur-organisatie en bijv. vergelijkbaar met de Rote Armee Fraktion in Duitsland. De RUAN viel onder commando van het Oostelijk Bloque van de FARC, waarvan Mono Jojoy de commandant was. Naast het recruteren van nieuwe FARC-leden op universiteiten en in sloppenwijken en het verspreiden van propaganda, hielden de stads-militia's zich bezig met het chanteren van bedrijven om 'revolutie-belasting' te betalen, pleegden ze bom-aanslagen en brandstichtingen en vermoordden ze gedeserteerde FARC-leden en politici. De FARC milicia pleegde destijds aanslagen op de nieuwe gelede Transmilenio bussen in Bogotá (max. capaciteit 175 passagiers) om verschillende redenen. In 2003 ging het bij de Transmilenio-bussen in eerste instantie om afpersing van revolutiebelasting; bij een latere serie aanslagen in 2006 wilde men vooral chaos creëren in de hoofdstad vlak voor de herverkiezing van president Alvaro Uribe, en bewerkstelligen dat de publieke opinie zich zou keren tegen de harde strijd die Uribe voerde tegen de FARC. Waarom de FARC daarbij structureel en doelbewust de levens van onschuldige passagiers op het spel gezet heeft, is onbekend. Om onschuldige slachtoffers te voorkomen, had men simpelweg de geparkeerde lege bussen in de remise s'nachts in brand kunnen steken. Of als men toch per se paniek wilde zaaien en publiciteit wilde door overdag aanslagen te plegen in bussen mét passagiers, had men een tweede handlanger in de bus met een brandblusser kunnen inzetten in geval er door paniek slachtoffers dreigden te vallen. Dat heeft men allemaal niet gedaan, integendeel: later dat jaar (archived versie) heeft men zelfs gewoon zware explosieven gebruikt bij aanslag-pogingen op Transmilenio bussen. Je kunt dit type aanslag dan ookniet anders zien als terroristisch. Dat de FARC-milicia's zich niet echt bekommerde om de levens van anderen bij hun terreur-acties blijkt wel uit de vele onschuldige slachtoffers die vielen bij hun aanslagen. Een illustratie daarvan is bijv. de beschrijving van hoe een milicia-lid samen met Tanja Nijmeijer omgingen met een bom die niet wilde ontploffen zoals te lezen valt op pag. 147 in het boek van Nijmeijer. De bom werd gewoon achter gelaten op een drukke straat, terwijl men in een nabij gelegen café ging afwachten of ie uit zichzelf alsnog zou ontploffen. Er was niet alleen een grote kans dat dat zou gebeuren en dat er dan veel onschuldige burgerslachtoffers zouden vallen, maar een kind had bijvoorbeeld ook dat vreemde ding op kunnen rapen en er wat mee kunnen rommelen of kunnen gaan lopen, waardoor ie alsnog zou kunnen ontploffen en alsnog veel slachtoffers zou maken....]

Wij hebben verder uitgezocht welke Transmilenio-aanslagen er in Bogotá plaatsvonden in de periode 15-11-2002 - 13-5-2003 dat Tanja Nijmeijer (vgl. Zumpolle) als officieel FARC-miliciana actief was in Bogotá. Er blijkt in die periode alleen nog één 3-voudige aanslag bij station Santa Lucia (archived versie) op 1 Januari 2003 plaats gevonden te hebben, waarbij s'avonds om 19:45u één bus in brand vloog maar waarbij geen gewonden vielen doordat 60 passagiers heel snel konden uitstappen. Zumpolle schrijft in haar boek op blz. 183 de aanslag bij station Santa Lucia toe aan Nijmeijer. Die beschuldiging van Zumpolle is echter ongefundeerd. Zelfs in het 'FARC c.v.' van Nijmeijer, dat Zumpolle als bijlage heeft toegevoegd in haar boek wordt "Santa Lucia" niet specifiek genoemd. Dat 'FARC c.v.' lijkt niet geheel betrouwbaar vanwege de aantoonbare fouten die er in staan en omdat het via de Colombiaanse inlichtingendienst is toegespeeld aan Zumpolle.

[...Deze site beperkt zich tot de aantoonbare misvattingen in de media over de FARC-activiteiten van Nijmeijer. Dat wil niet zeggen dat de twee hier op deze pagina beschreven activiteiten van Nijmeijer in Bogotá als FARC-miliciana de enigste zouden zijn waar zij bij betrokken is geweest. Zij is 6 maanden (15-11-2002 - 13-5-2003) actief geweest als officiële FARC-miliciana. Daarvoor had Nijmeijer al contact met militieleden die actief waren in Pereira, waarin wederzijds vertrouwen en commitment werd opgebouwd. Het is heel aannemelijk dat Nijmeijer in die 5 maanden als actieve miliciana in Bogotá ook nog andere (brand-)bomaanslagen gepleegd heeft dan die paar die ze beschrijft in haar boek. Aanslagen waarbij geen gewonden vallen halen de media meestal niet. De aanslag die beschreven wordt in het boek van Botero en die wij hier verder analyseren is daar een voorbeeld van. Het is echter ook heel aannemelijk dat Nijmeijer bij andere aanslagen in haar miliciana-tijd meerdere malen is ingezet als verkenner/monitor of rapporteur en dat er bij die aanslagen wél doden en/of gewonden zijn gevallen. Nieuwe onervaren miliciano's begonnen zo vaak hun carrière. Zij zijn dan wel niet de aanslagplegers zelf maar zijn er - ook volgens het Colombiaanse wetboek van Strafrecht - wel degelijk aan medeplichtig! Misschien dat Nijmeijer een dergelijke medeplichtigheid zelf anders ziet, maar daar heeft ze zich nooit over uitgelaten.
De aanslag op club El Nogal in Bogotá d.d. 7 februari 2003 met 36 doden en 200 gewonden vond ook plaats ten tijde dat Nijmeijer actief was als miliciana in Bogotá. Die aanslag was niet het werk van de FARC-milicia waar Nijmeijer lid van was, maar het werk van de FARC Columna Movíl Teofiló Ferero, een soort zelfstandig opererende commando-unit van het noordelijk én zuidelijk FARC bloque voor speciale operaties. Als het brein achter de aanslag wordt de naar Venezuela gevluchte en in 2021 omgekomen Hernán Darío Velásquez Saldarriaga (archived versie) a.k.a 'El Paisa' gezien. Het was bekend dat er veel paramilitaire kopstukken, hoge Colombiaanse militairen, politici en inlichtingen-officieren in de club kwamen en dat was de reden voor de FARC om daar s'avonds een zware autobom in de inpandige parkeergarage tot ontploffing te brengen. Alle slachtoffers bleken echter geen leden van de beoogde doelgroep en waren dus ook 'onschuldig' volgens de eigen FARC-maatstaven. Pas na het vredesakkoord in 2016 bleek dat bij de door de FARC beoogde doelgroep enige dagen voor de aanslag bekend was geweest dat er een aanslag bij El Nogal zou gaan plaatsvinden. Van regeringswege zijn echter geen extra beveiligingsmaatregelen getroffen, waardoor de aanslag tóch heeft kunnen plaatsvinden. Men wilde na die aanslag de publieke opinie gewoon heel erg beïnvloeden en een brede steun voor een nog hardere aanpak van de FARC bewerkstelligen. Achteraf is dit uitgekomen en heeft de staat de slachtoffers een schadevergoeding moeten betalen. Er werd in de grote steden na de aanslag intensief jacht gemaakt op FARC militie-leden en na een paar maanden moesten ze dan ook vertrekken naar de jungle.
Nijmeijer schrijft in haar boek dat ze de aanslag toentertijd niet sterk veroordeelde maar dat ze het nu 'genuanceerder' ziet. Ze schrijft echter niet dat ze die aanslag nu 'veroordeelt'. De aanslag is ten tijde van het conflict nooit geclaimd door de FARC. Pas tijdens de vredesonderhandelingen in Cuba heeft de FARC officieel toegegeven dat ze er verantwoordelijk voor is geweest. Nijmeijer schrijft in haar boek dat ze er pas vele jaren later achter kwam dat de aanslag gepleegd was door de FARC, maar op 4 september 2003 werd de aanklager
Germán Humberto Camacho die belast was met het onderzoek van de aanslag na bedreigingen van het 22e front van de FARC al vermoord door de FARC (archived versie). Ook had de Colombiaanse inlichtingendienst DAS al onderzoek gedaan naar de dader/uitvoerder Oswaldo Arellán die bij de aanslag was omgekomen en sterke banden bleek te hebben met de FARC c.q. Mono Jojoy en El Paisa. Bovendien bleek hij deel uit te maken van de gelederen van de FARC Columna Movíl Teofiló Ferero. Dat de FARC de dader was, stond al snel vast in Colombia. Dat Nijmeijer in haar boek zegt dat vele jaren niet te hebben geweten, is op zijn minst merkwaardig te noemen....]

Professor de Graaf heeft bij de promotie van haar boek eenmalig de term 'Ze heeft echt bloed aan haar handen' bevestigd aan een journalist van www.nu.nl en dat verscheen vervolgens als kop boven een nu.nl-artikel (archived versie). Verschillende online media hebben die uitspraak zonder controle en bronvermelding overgenomen. Professor de Graaf citeerde eveneens uit de dagboeken van Nijmeijer. Niet alleen citaten die al eerder elders waren gepubliceerd, maar ook nieuwe citaten en samenvattingen. Vooral aan het dagboek toevertrouwde seksuele fantasieën en ervaringen worden ruim belicht, terwijl dat voor de andere 9 gevaarlijke vrouwen in haar boek helemaal niet aan de orde kwam of relevant was. Het is algemeen bekend dat in guerrilla organisaties romantische relaties tussen strijders een snel verloop hebben, omdat strijders gewoon sneuvelen of overgeplaatst worden. Professor de Graaf en haar uitgever moeten wel degelijk beseft hebben dat met het citeren uit de dagboeken het auteursrecht en citaatrecht geschonden werden. De seksuele escapades van Tanja Nijmeijer uit haar dagboek werden trouwens ook in het boek van Zumpolle breed uitgemeten. In een promotie-interview voor haar boek gaf professor de Graaf in een talkshow van Pauw & Witteman van 27 November 2012 (archived versie) heel stellig te kennen niet over Tanja Nijmeijer te willen praten. Ze vond Tanja Nijmeijer 'niet zo interessant'. Tanja 'was minder gedreven door het noodlot en complexe omstandigheden dan de andere 9 vrouwen' en zoals volgens professor de Graaf zou blijken uit haar dagboek: 'ze was meer op zoek naar avontuur'. Toevallig in diezelfde maand waarin prof. de Graaf haar boek promote werd ook bekend dat Tanja Nijmeijer deel ging uitmaken van de FARC-delegatie voor de vredesonderhandelingen in Cuba en was zij daardoor erg in het nieuws.

Op 17 November 2012 kort nadat de vredesonderhandelingen in Havana van start waren gegaan, verscheen in het Colombiaanse dagblad El Tiempo een column van Salud Hernández-Mora over Tanja Nijmeijer (archived versie), waarin Nijmeijer zwart werd gemaakt zonder enige vorm van bewijs. Ook daarin werd geraffineerd geïnsinueerd (niet gesteld!) dat Tanja Nijmeijer met hulp van brandbommen in een Transmilenio-bus Daniel Beltrán heeft vermoord. Omdat in dezelfde column met groot respect over Liduine Zumpolle werd gesproken, lijkt het aannemelijk dat het boek van Liduine Zumpolle en León Valencia, dat ook in Colombia is verschenen, de bron geweest is van deze beschuldiging.

Bovenstaande bevindingen zijn een goed voorbeeld van hoe een kindermoord, die via een boek onterecht in de schoenen geschoven wordt van iemand die niet is staat is zich op dat moment te verdedigen zoals Tanja Nijmeijer, kan leiden tot een waterval van her-publicaties in bijna elke media-vorm. Hoor en wederhoor en het controleren van bronnen is ineens niet meer nodig. Het schenden van privacy, auteursrechten en citaatrechten mag ineens allemaal, want Tanja Nijmeijer is immers lid van een terroristische organisatie en dus terroriste. Ook het achteraf corrigeren d.m.v. een erratum op een inlegvel in een boek blijkt totaal niet effectief om online her-publicaties van een gemaakte fout tegen te gaan. Als er weer eens iets over Tanja Nijmeijer te melden is, schrijven alle redacteuren weer een nieuw artikel en vatten onderaan het artikel even de oude 'highlights' samen voor de lezer. En daar komt de aloude kindermoord vaak weer uit de mouw te voorschijn. Zoiets werkt ontzettend bevestigend en beklijvend voor het individueel en collectief geheugen en dus de publieke opinie. Vooral in een zich polariserende samenleving, waar mensen steeds slechter naar elkaar luisteren. Een overtuiging wordt sterker in ons brein naarmate we hem meer horen, er meer over lezen, en vooral hem meer zelf uitspreken. Het geheim van commerciële reclame is de herhaling. Zo werkt het ook in de publieke opinie.

* Dit artikel is door de AD redactie in januari 2021 níet volgens de algemene journalistieke beginselen gecorrigeerd en voorzien van excuses, maar eenvoudig verwijderd van de www.ad.nl website.

Lees verder op deze site over:

Dodelijke Bomaanslag Sportkleding Magazijn door Tanja Nijmeijer

Tanja Nijmeijer Zegt Lidmaatschap van de Politieke FARC Partij Op

Tanja Nijmeijer en een Rechtzaak in Nederland voor Misdaden met Terroristisch Oogmerk

Red Notice Interpol en Uitleveringsverzoek Tanja Nijmeijer Verenigde Staten

De 'Terroriste' Tanja Nijmeijer

De Gevonden Dagboeken van Tanja Nijmeijer

Fake News over Tanja Nijmeijer

Geruchten en Misvattingen in de Media over Tanja Nijmeijer - de Feiten

Nijmeijer in de FARC



Published 04-februari-2020
Updated 16-june-2022